MySQL error /home/jacob/domains/loggy.nl/public_html/logs/layout.php on line 83
insert into online values
(
'',
   '',
   '1713542783',
   '18.118.30.253',
   'wimdevries-/'
)


Incorrect integer value: '' for column `jacob_weblog`.`online`.`userid` at row 1
URL: /
IP: 18.118.30.253
UserAgent: Mozilla/5.0 AppleWebKit/537.36 (KHTML, like Gecko; compatible; ClaudeBot/1.0; +claudebot@anthropic.com)

Post:
Array
(
)


GET:
Array
(
    [gebruikersnaam] => wimdevries
)


Sorry, there was an error, we are notified of the issue and will be resolved as soon as possible
Wim de Vries Psychiater - Home
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina
loggy.nl Home
Weblog maken
RSS Feed

Abonneren!

Wie ben ik?

WIM DE VRIES - Psychiater
Twitter @WimdeVries3

Actueel

Klaar met het Leven?
December 2013
Mijmeringen
Oslo
Terug naar huis
Op bezoek
Er tussen uit
Persoonsgebonden budget en sociale werkplaats
En de wereld verging niet!
DSK
Stille zaterdag

Artikelen

Participatie Samenleving. Een nieuwe Utopie? 3
Participatiesamenleving. Een nieuwe Utopie? 2
Participatiesamenleving. Een nieuwe Utopie? 1
Burnout. Wat kun je er aan doen? Slot
Burnout. Wat kun je er aan doen? 4
Burnout. Wat kun je er aan doen? 3
Burnout. Wat kun je er aandoen? 2
Burnout. Wat kun je er aan doen?

Links

Vakantie bungalow Hoge Hexel, Overijssel
Vakantiewoning Zwitserland
Vind mij op Facebook
Vind mij op Linkedin
Stichting Thomas

Contact

email


WIM DE VRIES - Psychiater



Na mijn studie medicijnen werkte ik korte tijd als huisarts. Ik besloot om mij te gaan specialiseren in de psychiatrie. Ik begon in 1966 aan deze opleiding. Ik heb dus nu een 50-jarige ervaring. In deze afgelopen 50 jaar is er veel veranderd in de geestelijke gezondheidszorg. Psychische problemen zijn toegenomen, samenhangend met de toegenomen stress. Inmiddels heb ik de praktijk neergelegd, maar er wordt mij nog wel regelmatig advies gevraagd.

Ik ben christen. Ik heb gezien, hoe geloofsproblemen vaak verweven zijn met psychische problemen. Ik ben lid van de CVPPP, christelijke vereniging voor psychiaters, psychologen en psychotherapeuten. Psychiatrie, religie en spiritualiteit is binnen deze vereniging een speerpunt.  

In mijn kerkelijke gemeente, PKN, ben ik ouderling.

Wil je mij een vraag stellen of wat sparren, stuur me dan een bericht via CONTACT 

Klik door naar:   www.wimdevriesblog.wordpress.com    



  Klik voor de officiele grootte   





15:44:59 28 Mei 2013 Permanente link Reacties (0)

Klaar met het Leven?


Jubel en misprijzen na de brief van het kabinet over een wetsvoorstel: Klaar met Leven.
Jubel om de kroon op de autonomie van de mens, misprijzen over het omgaan met de waarde van het leven.
Klaar zijn met leven betekent, dat het leven niet meer als zinvol ervaren wordt. Ja, je wordt zelfs anderen tot last, zoals een oudere op TV het verwoordde. Ik kan niets zinvols meer doen.
Ik denk, dat het eigenlijk gaat om de vraag: 'wat is de zin van mijn leven'. Deze vraag geldt niet alleen ouderen, maar ook jongeren. Zoeken naar Zin.
Ik herinner mij, dat ik als tiener bij iemand een wandtegel zag met de woorden: 'God has a plan, you have a part'.
Jonge christenen zoeken naar dit plan voor hen. Ik ken deze zoektocht.
Er is het grote verhaal, het verhaal van opleiding, beroep, relatie, gezin. Er is ook het kleine verhaal van elke dag. De zin van een (toevallige?) ontmoeting, de zin van een opmerking, de zin van een gebaar.
Als christen geloof ik, dat God mijn leven zin geeft. Ook in de herfst van het leven.
In een psalm staat: 'de Heer vernieuwt uw jeugd als een adelaar'. (psalm 103) en over de gelovigen: 'zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris'. (psalm 92)
Zo geloof ik dat ons leven zinvol is tot onze laatste ademtocht. Ook al kan het gevoel soms tegenspreken.
Klaar met het leven?
Niet, zolang mijn leven hier zinvol is.


12:51:52 15 Oktober 2016 Permanente link Reacties (0)

Participatie Samenleving. Een nieuwe Utopie? 3


We krijgen zo het beeld van een broeder-maatschappij, waarin de broer en zussen door hun neurotisch interactiepatroon blijven steken in emotionele onvolwassenheid.
De psychiatrie heeft een scherpe neus voor maatschappelijke ontwikkelingen.
Eind 60-er jaren komen de therapeutische gemeenschappen tot ontwikkeling. Mensen vastgelopen in hun emotionele ontwikkeling, waarbij de kloof tussen ik-ideaal en realiteit niet overbrugd kan worden, zijn meer gebaat bij een groeps- dan bij een individuele therapie. Het vereist wel een investering in een langdurige opname.
Dat deze behandelvorm nu in de schaduw is komen staan houdt meer verband met het kostenplaatje, waardoor de zorgverzekeraars een grotere stem hebben bij de indicatie, dan de professionele behandelaars.
Dat deze behandelwijze effectief is, bewijst het feit, dat dit principe overgenomen is door instellingen en bedrijven middels de in populariteit toegenomen ‘heide dagen’, waarbij niet gesproken wordt van psychotherapeut maar van trainer.
De verzorgingsstaat correleert uitstekend met de 'broeder-maatschappij'. Ik beweerde hiervoor: in de 'broeder-maatschappij' laten wij ons verzorgen door een moeder aan wier moederborst wij ons onbeperkt kunnen laven. Moeder Staat zorgt en wij kunnen ons bezig houden met leuke dingen en houden daarbij niet onszelf, maar de ander en dan met name de overheid voor verantwoordelijk. Helaas is de moederborst opgedroogd. De verzorgingsstaat kalft af en zal volgens de economen niet meer in haar oude glorie terugkeren. In deze crisis moet gezocht worden naar andere wegen. 
Dan spreekt de Koning: participatiesamenleving. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat dit gebracht wordt als een nieuwe ideologie, een nieuwe utopie, die ons als een worst wordt voorgehouden. Of is het alleen maar een mooi eufemisme voor harde bezuinigingen en verminderen van de welvaart.
Koning Willem Alexander accentueert in zijn kersttoespraak 2014 ideële tendensen.
Ik citeer:
'Vrede op aarde begint heel dicht bij. Thuis. In de straat, In de buurt. Op de club. In eigen dorp of stad. Ieder kan – op zijn of haar eigen manier – aan die vrede bijdragen door verbindingen te zoeken. Dat vraagt soms een beetje moed en zelfoverwinning. Soms moet weerstand worden overwonnen. Maar het overwinnen van weerstanden geeft meer voldoening dan willoos en doelloos meedrijven met de stroom. Het afgelopen jaar, maar ook in de jaren daarvoor, hebben mijn vrouw en ik het voorrecht gehad veel mensen te ontmoeten die daadwerkelijk de verbinding zoeken met anderen. Mantelzorgers en vrijwilligers. Gastouders die hun huis openstellen voor kinderen die in de knel zitten. Buddy’s die zich bekommeren om mensen met een ernstige ziekte. Innovatieve ondernemers die een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en daarnaar handelen. Buurtbewoners die niet afwachten, maar samen naar oplossingen zoeken bij het verbeteren van hun woonomgeving. En ook: artsen, hulpverleners, ontwikkelingswerkers en militairen die ver van huis onder de zwaarste omstandigheden, concreet trachten het leed van anderen enigszins te verzachten. Zij allen zoeken de verbinding, vanuit hun persoonlijke overtuiging dat een betere toekomst mogelijk is'.
De Koning markeert hier enkele kenmerken, die passen bij een participatiesamenleving. Het zoeken van verbindingen staat tegenover het: ieder voor zich, tegenover het wantrouwen naar de ander, tegenover jaloezie en afgunst. Het betekent: het opbergen van de nationale grasmaaier. Een succesvolle transitie van een verzorgingsmaatschappij naar een participatiesamenleving betekent een ontworstelen aan de ‘broeder-maatschappij’. 
Als tiener ging ik een aantal jaren mee met een zomerkamp van de plaatselijke jeugdvereniging. Ik herinner mij, dat de leider de eerste avond ons als motto voor de week gaf: ‘Denk om je buurman’. Je bent niet alleen in het kamp, we zijn samen. Jij bent er ook verantwoordelijk voor, dat je buurman, de ander, ook een fijne week heeft. Dit is een kenmerk van de participatie samenleving. Vanuit de 'broeder – maatschappij' gezien moet de leiding ervoor zorgen, dat iedereen een fijne week heeft. Zij zijn verantwoordelijk en niet ik en als ik het niet fijn heb, ga ik bij de leiding verhaal halen en uit mijn ongenoegen bij het invullen van het evaluatieformulier. We verwachten, dat de leiding professioneel is.
Ook voor hulpverlening moet je gespecialiseerd zijn. Dit heeft tot gevolg, dat een non-professional zich uitermate onzeker voelt bij een confrontatie met iemands problemen. Participatie betekent, in de woorden van de Koning, verbinding aangaan met de ander. Zo kunnen wij een tijd met iemand oplopen en daarvoor onze verantwoordelijkheid nemen totdat wij bij onze grens komen. Het is belangrijk om te onderscheiden, dat hulpverlening op verschillende niveaus plaats kan vinden. Deze niveaus zie ik als een aantal concentrische cirkels. De buitenste cirkel geeft het niveau aan van het vriendschappelijk gesprek: je kunt een probleem met een goede vriend bespreken met als resultaat, dat je voor jezelf tot een bevredigende oplossing komt. De volgende cirkels kunnen zijn: leerkracht, mentor, predikant, huisarts, maatschappelijk werker, enz. De binnenste cirkel omvat problemen van zodanige aard, dat van pathologie gesproken kan worden. De psychiatrie in engere zin. Hieronder versta ik: de psychotische stoornissen, stemmings- en angststoornissen. Deze stoornissen blijven onveranderd bestaan, hoewel de inhoud van de ziektebeelden beïnvloed worden door de cultuur. Lees je in handboeken van 100 jaar geleden b.v., dat iemand de waan heeft Napoleon te zijn, dan is dat gedateerd. Nu betreft het personen uit onze cultuur. Conversie beelden, die een 100 jaar geleden bloeiden, zien we weinig meer. Deze problemen die vallen in de binnenste cirkel vereisen specialistische zorg. Acute zorg zal gegeven blijven worden. Een deel van deze patiënten zal echter langdurige zorg nodig hebben .Langdurige zorg is eveneens noodzakelijk voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten.
  Het gevaar is, dat de langdurige zorg in de participatiesamenleving in de knel komt.We kunnen deze groep samenvatten onder de zwakken en kwetsbaren in de samenleving.
In januari 2014 maand promoveerde mevr. Femianne Bredewold op een proefschrift met als titel:
‘Lof der oppervlakkigheid’, waarin zij onderzocht, wat er in de praktijk terecht komt van het ideaal van de participatiesamenleving, waar mensen in de wijk en buurt elkaar helpen en voor elkaar zorgen. Zij noemt de verwachting van de overheid dat mensen zonder beperkingen spontaan hulp aanbieden aan mensen die een beperking hebben, naïef. Zij maakt zich zorgen dat zo gemakkelijk op de zorg voor deze groep wordt bezuinigd.
In de Bijbel lezen we in het Oude Testament de geschiedenis van het volk Israël. Door de profeten wordt het volk steeds beoordeeld en bekritiseert op de zorg en het omzien naar weduwen, wezen en vreemdelingen.  Het gaat hier om de kwetsbaren in de samenleving.
Concluderend kom ik tot de volgende stelling:
Een participatie samenleving kan alleen slagen, wanneer bewust afscheid genomen wordt van de verzorgingsstaat en de gecorreleerde
  ‘broeder – samenleving’. Afscheid betekent: groei naar volwassenheid met het aanvaarden van eigen verantwoordelijkheid voor het functioneren van een goede samenleving, waarin ieder lid van de samenleving leert te participeren door zijn vaardigheden en kwaliteiten in te zetten voor anderen, waarbij er aandacht en omzien is voor de zwakken in de samenleving.  


17:20:58 02 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0)

Participatiesamenleving. Een nieuwe Utopie? 2


In 1968, het jaar van de Maagdenhuisbezetting,verscheen de Nederlandse vertaling van het in 1963 uitgekomen boek van de Duitse psychiater Alexander Mitscherlich Auf dem Weg zur vaterlosen Gesellschaft. In het Nederlands onder de titel: Op weg naar een vaderloze maatschappij.
Het toen door mij gekochte boek, staat nog in mijn boekenkast. Het was destijds een bestseller. De schrijver noemt zijn werk een sociaal – psychologische verkenning, geschreven vanuit het psychoanalytisch gedachtegoed.
De laatste jaren is er een nieuw modewoord: ‘transitie’. Ik kan mij niet herinneren, dat dit woord in de 70-er jaren van de vorige eeuw werd gebruikt. Maar er was een duidelijke transitie, overgang. Zelf heb ik deze overgang meegemaakt. De transitie van een paternalistisch gestructureerde maatschappij naar een ‘broeder- maatschappij’, waarbij wij ons lieten verzorgen door een moeder aan wier moederborst wij ons onbeperkt konden laven. De economie groeide, waardoor de verzorgingsstaat ging bloeien en de politiek leuke dingen kon doen voor de mensen. De Utopie van de verzorgingsstaat.
Mitscherlich schrijft in 1963:Het is de grote schare van mensen, werkzaam in het steeds verder opgesplitste productieapparaat, die ons – door het distantie-effect – als ‘massa’ verschijnt. Deze ‘massa’ van individuen zonder individualiteit vindt zijn pendant op het bestuurlijke vlak in het al net zo gezichtsloze ‘systeem’. Terwijl wij in onze jeugd kennismaken met machtsverhoudingen, die aan personen zijn gebonden, brengen wij ons ‘werkende’ leven – die levensperiode dus, waarin ons karakter zijn definitieve trekken aanneemt – door in een wereld, waarin ongrijpbare machtsverhoudingen heersen. Tegenover deze dualiteit van het huidige leven, geeft het leven in de paternalistische gestructureerde maatschappij een eenheid te zien: de verhouding tot de leermeester, de werkbaas, de landeigenaar, ja zelfs de vorst, is een directe voortzetting van de vader- kind verhouding. Vanuit dit gezichtspunt is de heerschappij van het ‘systeem’ in de huidige samenleving een duidelijk stuk vaderloze maatschappij. Wanneer wij niemand speciaal kunnen aanwijzen, bij wie de macht berust, dan hebben wij in principe te maken met een broeder – maatschappij.   
Implicaties van een broeder – maatschappij.
In maatschappelijk verband zien we diverse groepsprocessen. Deze zijn een afspiegeling van de kleinere maatschappelijke eenheid: het gezin. Daarbij is er een wisselwerking: culturele veranderingen beïnvloeden weer het gezin. In de afgelopen decennia zijn binnen het gezin veranderingen opgetreden in de rol patronen.  Daarbij ook een verschuiving van het streng patriarchale gezin naar meer antiautoritaire systemen. Tussen de siblings vinden we een meer of mindere rivaliteit. Daarbij zien we jaloezie, afgunst, dominantie, submissie. Er vormen zich coalities en er kunnen pathologische structuren ontstaan, zoals een scapegoat of een geïdentificeerde patiënt. Probeer een voorstelling te maken van een doorsnee gezin. Aan tafel kan snel ruzie en onenigheid ontstaan, vaak voor wat onder tafel gebeurt. Er wordt geknepen, er is au- geroep, niemand weet van iets, enz. In het patriarchale systeem grijpt de vader in. In verhalen van 80 tot 100 jaar geleden speelt de pet een rol, waar vader de correcties mee uitdeelt. Tegenwoordig kennen we de één – ouder gezinnen. Een gezin zonder vader. Moeder moet het eten en zakgeld aanleveren, terwijl onder de kinderen de strijd om de vaderrol ontbrandt. Niemand accepteert enige autoriteit van de ander. De een probeert de ander zwart te maken. Ik heb jou wel gezien met die meid, enz. enz. Kortom: zonder correctie gaat men elkaar wantrouwen, in de gaten houden, manipuleren, moeder voor zijn of haar karretje spannen, bondjes aangaan, enz. Wat hier in het klein gebeurt, heeft ook wortel gezet in ons land. De autoriteit van de vader is ontmanteld en we zijn gegroeid naar een broeder – maatschappij met een levendige, zoals zojuist beschreven sibling problematiek. We verdragen niet, dat iemand de baas over ons speelt, we worden afgunstig, wanneer iemand zijn kop boven het maaiveld uitsteekt. We proberen de zwakke plek bij anderen te zoeken.  We hebben onze journalisten, die bij mensen, die belangrijke functies ambiëren een minutieus antecedenten onderzoek doen.
Nadat ik deze regels geschreven had, zag ik deze bevestigd in een column van de vroegere ombudsman Alex Brenninkmeijer in het Nederlands Dagblad van 16 januari 2014, die als titel heeft: De Nederlandse afbrandcultuur. Iedereen, die met de kop boven het maaiveld uitsteekt wordt weggemaaid. ‘De nationale grasmaaier draait niet-aflatend op volle toeren’, schrijft hij en vervolgt:  ‘Wij leven in een afrekencultuur, waarin met gretigheid en hijgerige hyperigheid ‘nieuws’ gezocht wordt en mensen zonder pardon afgebrand worden in de media en in de politiek. Hij citeert de cultuursocioloog Herman Pleij: 'Nederlanders zijn ijzersterk in het elkaar 'afzeiken'. Iedereen die zijn werk goed doet, moet bij tijd en wijle ook als grote sukkel neergezet kunnen worden'.


22:58:03 01 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0)

Participatiesamenleving. Een nieuwe Utopie? 1


In januari j.l. hield ik voor een opleidingsinstituut een lezing over de participatiesamenleving. Hier volgt het eerste gedeelte van deze lezing.
Rond mijn 12e jaar was ik een fan van ome Keesje. In die tijd was er nog geen TV, maar populair waren de hoorspelen voor de radio. Elke zondagmiddag, ik meen rond half zes, was het hoorspel: De avonturen van Ome Keesje, voor kinderen van acht tot tachtig jaar en ouder. Destijds een zeer populair programma.  Ik herinner mij, dat er een nieuwe avonturenserie begon met als titel: Ome Keesje op reis naar Utopia. Zo maakte ik voor het eerst kennis met de term: Utopia. Recent is een nieuwe TV serie gestart: Utopia.
De naam Utopia komt van de Engelse staatsman en humanist Sir Thomas More, die een boek schreef met als titel Utopia. Het is een schets van een ideale maatschappij. Hij leefde rond 1500 en kwam zelf in conflict met Koning Hendrik VIII omdat hij het niet eens was, dat de koning brak met de kerk van Rome en zelf de Anglicaanse kerk stichtte. Het kostte hem zijn leven, want hij werd door Hendrik VIII ter dood veroordeeld.Schets van een ideale maatschappij. Welkom in Utopia. De ideale wereld!  Een wereld zonder oorlogen, zonder concurrentiestrijd, zonder hebzucht, zonder racisme en seksisme, zonder uitbuiting van mens, dier en natuur. Een wereld met vrede, vrijheid, rechtvaardigheid, met wederzijdse hulp en ondersteuning, met liefde.
Wanneer ik kijk naar het hoorspel van Ome Keesje over Utopia en de dit jaar gestarte serie Utopia, valt mij het volgende op: Ome Keesje op reis naar Utopia speelde eind jaren ’40 van de vorige eeuw. Het was na de 2e wereldoorlog en er was een zekere euforie: bouwen aan een nieuwe samenleving: geen oorlog meer, een samenleving, waarin ieder tot zijn recht komt. Politiek had dit geresulteerd in ‘De Doorbraak’ , oprichting van de PvdA als voortzetting van de SDAP, waar ook vooraanstaande kerkelijke voormannen zich bij voegden, wat het begin van de ontzuiling betekende. Er waren zeker Utopische gedachten.En nu weer een programma  ‘Utopia’, in een periode van crisis. Een zodanige crisis, waarvan we gedacht hadden dat deze nooit meer zou voorkomen.  Met de vinger wordt naar de banken gewezen, de graaiers. Dit mag niet meer gebeuren, er moeten dingen veranderen.  We moeten naar een nieuwe samenleving en de term is gevallen: participatie samenleving.  Enerzijds noodgedwongen, maar toch ook met een ideëel aspect. De koning zei in de troonrede: 'Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor haar eigen leven en omgeving. Hiermee voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan dat van de samenleving'.
De omslag naar een participatiesamenleving is vooral zichtbaar in de sociale zekerheid en de langdurige zorg. Als individu maken we deel uit van de samenleving. We worden geboren in de kleine samenleving van het gezin. En binnen de kleine samenleving vindt mijn persoonlijkheidsontwikkeling plaats. Maar deze kleine samenleving wordt sterk beïnvloed door de grote samenleving.
Een tachtig jaar geleden zong de toen bekende cabaretier Louis Davids het liedje: ‘als je voor een dubbeltje geboren bent bereik je nooit een kwartje’.Dit was een weerslag van de situatie in de maatschappij met haar rangen en standen. Dus: wanneer je uit een arbeidersgezin komt , heb dan geen illusies, dat je hogerop komt. In 1981 scoorde Peter Blanker met de hit: ‘Het is moeilijk bescheiden te  blijven, wanneer je zo goed bent als ik’  met als slotzin: ‘want er is er niet 1 op de wereld die zo goed en volmaakt is als ik’. Ook deze hit weerspiegelt een heersend gevoel. Een gevoel van: dit is mijn utopie. Mijn persoonlijke utopie.
In de emotionele ontwikkeling
wordt een kind bewust van zich zelf en gaat ‘Ik’ zeggen. Het gaat dromen en fantaseren. Het krijgt dromen: als ik later groot ben… dan…  We nemen de mensen om ons heen als voorbeeld. Eerst onze ouders: de jongen wil zijn als vader, het meisje als moeder. Later worden andere mensen ook ‘identificatiefiguren’.  De leraar op school, de voetballer, de popster. Vooral in de tienerjaren kun je er mee dwepen. Zij worden dan een ‘ideaal-figuur’. We krijgen idealen, wie we willen zijn en wat wij willen worden. We dromen onze utopie. In psychologische termen ons Ik – Ideaal.  Kort omschreven: Ik – Ideaal is: het Ik, de persoon, die ik (zou) willen zijn. Laten we even een moment nemen voor reflectie. Wat is uw utopie, wat is uw ik-ideaal. Denk er even over na en noteer.
Is ons Ik-ideaal reëel? Is dit een haalbare zaak? Je wordt op een gegeven moment geconfronteerd met de realiteit.  Hoe werkt deze confrontatie uit? Een jongen heeft als ideaal: piloot worden. Hij blijkt echter, door oorontstekingen aan 1 oor doof te zijn geworden. Gevolg: je kan geen piloot worden. Dat is dan de harde realiteit. Een ideaal heeft ook te maken met jouw persoon. Met je lichaam, je karakter, je eigenschappen. Het ideaal, zoals je zou willen zijn en de realiteit kunnen een stuk uit elkaar liggen. Hoe meer beide uit elkaar liggen, hoe meer spanning dat geeft. Er ontstaat een conflict. Er is intrapsychische spanning.
Prof. Derksen,  de auteur van het boek persoonlijkheidsstoornissen beschrijft deze spanning:Bij de mensen bij wie de afstand tussen zelf en ik-ideaal te groot is geworden zien we de vaak karakteristieke cluster C problemen: introversie en neuroticisme gaan hand in hand met perfectionisme. We helpen ze met cognitieve gedragstherapie en vaardigheidstrainingen en ze gaan iets meer lijken op die andere groep. Bij de mensen bij wie het zelf lijkt te fuseren met het ik-ideaal zien we de kinderlijke trekken in het volwassen gedrag zoals: grootheidsgevoelens en fantasieën, sterke gevoel van belangrijkheid en overdrijving van eigen talenten en prestaties, het gevoel recht te hebben op speciale behandeling, weinig belangstelling voor wat er in andere mensen leeft en vooral bezig met eigen succes, macht en rijkdom.
(Derksen, J.J.L., Hoe managet de klinisch psycholoog narcistische stoornissen in het eerste  decennium van de 21e eeuw?)
Mijn opleider stelde op het doctoraalexamen vaak de vraag: wanneer is iemand volwassen? Het goede antwoord was: wanneer Ik-ideaal en realiteit elkaar voor een groot deel overlappen.
Ik ben hier wat uitvoeriger op ingegaan, omdat er een parallel is met ontwikkelingen in staatsvorm en maatschappij. Thomas More was niet de eerste in 1516, die een verhandeling schreef over een staatsvorm.  In de 4e eeuw voor Christus schreef de grote Griekse filosoof Plato zijn Politeia, vertaald met 'De Staat' of  'De Republiek'.
In 1552 verscheen van de Italiaan Doni: de Werelden en in 1602 van de hand van Campanella: Civitas Solis, de Zonnestad.
Om ons een beeld te vormen van een Participatie samenleving moeten we even terugblikken op de ontwikkelingen van de afgelopen 100 jaar, met name in ons land. Ik wil dit schetsen aan de hand van eigen ervaringen.Toen ik zelf in 1947 naar de middelbare school ging bestond er een duidelijke hiërarchie ook onder de leerlingen. Een strenge scheiding tussen de onderbouw (de eerste 2 klassen) en de bovenbouw. Je zou het niet wagen om als onderbouw leerling zomaar een leerling van de bovenbouw aan te spreken. En vooral de hoogste klassen spanden hierin de kroon. Maar deze scheiding ging langzaam vervagen en toen ik zelf in de hoogste klassen zat, was dit hiërarchisch respect al verdwenen. Dat was in de eerste helft van de jaren ’50. Ik maak een sprong naar de 2e helft van de jaren ’60, waarin ik mij ging specialiseren in de psychiatrie aan de psychiatrische universiteitskliniek in Leiden. In die tijd was er nog een streng hiërarchisch opgebouwd systeem.  Voor de aanvang van het ochtendrapport diende de jongste assistent de stoelen klaar te zetten in de kamer van de hoogleraar. De diverse stoelen waren geoormerkt voor de verschillende functionarissen. Deze moesten op een bepaalde plaats te staan. De aanspreektitel was formeel. De hoogleraar sprak ons aan met dokter. Na enkele jaren werd ik hoofdassistent. De chef de kliniek kwam naar mij toe en zei: nu je zo hoog gekomen bent zullen we elkaar maar tutoyeren, ik ben Dik. In diezelfde tijd vond in Amsterdam de studentenopstand met de Maagdenhuisbezetting plaats. De psychiatrische universiteitskliniek in Leiden volgde enkele jaren op bescheiden wijze: het klaarzetten van de stoelen werd gesaboteerd en de stoelen werden door elkaar neer gezet, waarbij een assistent plaats nam op de hoogleraars stoel. Het duurde niet lang meer, dat de hoogleraar zich presenteerde als Jan.


12:27:11 16 Juli 2014 Permanente link Reacties (0)

Burnout. Wat kun je er aan doen? Slot


Behandeling.
Voor de behandeling van burnout of overspanning is in de eerste plaats rust nodig. Het doel is: het verminderen van de draaglast en de mogelijkheid scheppen om de draagkracht te versterken. Een langere periode van herstel is noodzakelijk. De tijdsfactor is erg belangrijk. Wanneer u een flinke wond op uw arm of been hebt, dan heeft de wond tijd nodig om te helen. U kunt het proces zelf niet versnellen. Wanneer je aan de wond gaat rommelen, dan vertraag je juist het genezingsproces. Verband erop, wond met rust laten en wachten. Zo is er ook tijd nodig, dat een emotionele wond, die door de overbelasting is ontstaan, heelt.
In deze periode van herstel is het nodig om na te gaan wat de oorzaak van de burnout is geweest. Want het optreden van overspanningklachten is meestel een signaal.: er is iets niet in orde met het leefpatroon, er moet radicaal iets veranderen. Vooral voor hen, die ik getypeerd heb als: Ik ben onmisbaar en ik moet zo nodig is de gedwongen rust een zware opgave. We leven in een tijd van flits en snelheid. We hebben geen tijd voor burnout. Werkgevers willen graag, dat de ‘zieke’ zo snel mogelijk weer terugkeert in het arbeidsproces.
Het is tijdens en naast de periode van rust nodig, dat het signaal wordt opgepikt en een psychotherapeutische behandeling volgt. Goede resultaten worden bereikt met een cognitieve gedragstherapie.
Maar ook: wat kun je er aan doen, dat je geen burnout krijgt. Het is belangrijk, dat je jouw grenzen kent, wil kennen en in acht nemen. We zijn niet onbegrensd, al zouden we dit graag willen. Wanneer je steeds maar weer over je grenzen gaat pleeg je roofbouw op jezelf. In de tweede plaats het inbouwen van rust en ontspanning. In de behandeling van burnout zijn dit ook punten die aan de orde komen: grenzen leren stellen en voldoende rust en ontspanning inbouwen.  


11:03:44 14 Juni 2014 Permanente link Reacties (0)

Burnout. Wat kun je er aan doen? 4


Onze draagkracht kan verminderd zijn. Hiervoor zijn lichamelijke en psychologische oorzaken. 

Lichamelijke oorzaken.
Een vermindering van draagkracht hebben de meesten van ons wel eens ervaren. Je hebt een flinke griep met een aantal dagen hoge koorts. Na het zakken van de koorts voel je je in bed weer een hele Piet. Je staat op om even in de kamer te zitten, maar na een kwartier breekt het zweet je uit, je voelt je moe en je probeert zo snel mogelijk weer in bed te komen. De dagen van herstel voel je je nog snel moe, je bent snel prikkelbaar, wat overgevoelig voor de geluiden in huis. Door de griep is de draagkracht verminderd en je kan nog weinig aan. Gelukkig herstel je weer snel en de genoemde symptomen verdwijnen weer. Het is een beeld van lichte overbelasting. 
Griep is een kortdurende ziekte. Een langer durende ernstige ziekte kan de draagkracht sterk verminderen.

Psychologische oorzaken.
Een geestelijke handicap.
Iemand, die matig tot zwak begaafd is, kan moeilijker leren en is trager van begrip. Het tempo is langzamer en er is een korte spanningsboog met een lage frustratietolerantie.
  
  
Persoonlijkheid.
Wij zelf kunnen een factor zijn die leidt tot een verminderde draagkracht. Wij zijn zelf degenen, die het evenwicht tussen onze draaglast en draagkracht moeten bewaken. En hierbij gaan factoren, die verband houden met ons karakter, met onze persoonlijkheidsstructuur, een rol spelen.
Ik wil u enkele persoonlijkheidstypen schilderen, die kunnen leiden tot een overbelasting.

Het type:
‘Ik ben onmisbaar’
Dit is de man of vrouw, vaak in een leidinggevende functie, die meent dat alles in het honderd loopt bij zijn of haar afwezigheid. Een manager, een chef van een afdeling, die in zijn vrije weekend nog even naar de zaak moet om zaken te regelen en te controleren. Een vrije dag in de week is voor hem onmogelijk en de vakantie is er al enkele jaren bij ingeschoten. Er is nu eenmaal niemand van het personeel, die hem kan vervangen. Door dit gedragspatroon verzwaart de man zijn last, terwijl de draagkracht geleidelijk minder wordt. Hij zorgt niet voor regelmatig een periode van rust om bij te tanken. Wanneer deze man een burnout krijgt en uitgeschakeld is, blijkt dat alles op de zaak gewoon door gaat. Wat een ontgoocheling voor deze man.

Nauw verwant hieraan is het type:
‘Ik moet zo nodig’  
Dit is de zeer ambitieuze mens, die maar één ding voor ogen staat: carrière, jezelf bewijzen, jezelf waar maken. Alles wordt aan het werk ondergeschikt gemaakt: partner, kinderen en vaak de eigen gezondheid. Er is altijd werk. Hij heeft het altijd druk. Voor ’s avonds en in het weekend wordt een zware tas met werk meegenomen. Door zijn ijver kan hij in een functie terecht komen, die eigenlijk net boven zijn macht ligt en moet hij voortdurende op de tenen lopen. Ook dit type verzwaart de eigen draaglast en vermindert de draagkracht door onvoldoende ontspanning. Daarbij treden vaak moeilijkheden in de relatie en in het gezin op omdat vader nooit tijd heeft.

Zeer energie verslindend is het type:
‘Ik moet perfect zijn’  
Alles moet tot in de puntjes zijn. De zaken meerdere malen controleren. Liever eenmaal teveel controleren, dan eenmaal te weinig. Er is een groot verantwoordelijkheidsgevoel. In rapportcijfers uitgedrukt: ontevreden met een 8, het moet een 10 zijn. Zo steekt de perfectionist 150% tot 200% energie in zijn werk. Hij belast zichzelf daardoor meer dan nodig is.

Vervolgens noem ik u:
‘het Atlas type’
Atlas is de mythologische figuur, die als straf het hemelgewelf op zijn schouders moest dragen. Op antieke klokken zie je nog wel eens dit beeld van Atlas, die de wereldbol draagt. Het atlas type leeft zwaar, omdat zij ertoe neigen om alle leed van de wereld op hun schouders te dragen. Ze trekken zich alles aan, willen overal wat aan doen en lopen de benen uit hun lijf om hulp te bieden. Zeer bewonderenswaardige mensen. Maar zij gaan gemakkelijk over de rode streep. De last wordt hen te zwaar en ze gaan er zelf onder door.

Ten slotte noem ik u het type:
‘Al te goed is buurmans gek’  
Deze mensen kunnen nooit nee zeggen. Ze willen graag iedereen ter wille zijn ‘pleasen’. Maar dit gaat vaak ten koste van zichzelf. Ze willen wel rust nemen, maar ze voelen zich meestal gevangen tussen de mensen, ze voelen zich geclaimd. Ze hebben geen ruimte om zich heen. Door steeds te moeten pleasen, stapelt de last op hun schouders zich op, totdat ze bezwijken.  

Zo kunnen we concluderen, dat er meerdere oorzaken zijn, waardoor wij ‘uit balans’ raken. 


13:16:01 22 Februari 2014 Permanente link Reacties (0)

Burnout. Wat kun je er aan doen? 3


De kiezelsteentjes zijn de spanningen in ons leven, die wij ‘stress’ noemen. Het woord stress is in ons taakgebruik ingeburgerd. We hebben zelfs ‘stressballetjes’ , waar we flink in kunnen knijpen in perioden van spanning,, zoals een belangrijke voetbalwedstrijd. Dit is dan een voorbeeld van gezonde spanning, die het leven kleur geeft en aan de snaar een mooi geluid ontlokt. 
We kennen allemaal de kortdurende momenten van stress, b.v. de trein die je net mist, waardoor je niet op tijd op de afspraak komt. Ook stress factoren, waaraan iedereen onderhevig is, b.v. hongersnood, onderdrukking. 
Ik onderscheid 3 belangrijke levensgebieden: Wonen - Werk – Vrijde Tijd 
In elk van deze 3 gebieden kunnen we stress ondervinden. 
Onder Wonen versta ik ons privé leven: single of in gezinsverband, onze huiselijke omstandigheden, onze familiebetrekkingen. Ernstige stressmomenten kunnen zijn: relatieproblemen, problemen met kinderen, het overlijden van een gezins- of familielid, financiële problemen, problemen met de buren, enz. 
Werk: alle stress, die werk gerelateerd is. Werken onder grote druk, onenigheid met de baas of collega’s, dreigend ontslag, werkeloosheid, enz. 
Vrije Tijd: ook vrije tijd kan stress geven. Je kunt je vrije tijd niet invullen, verveling, eenzaamheid. Jouw hobby kan stress geven, onenigheid in de sportvereniging, het volgen van een studie die veel eist, enz. 
Vignet. 
De heer A is 50 jaar oud en afdelingschef op een administratiekantoor. Hij is 30 jaar geleden als jongste administratieve kracht op dit kantoor begonnen. Hij deed het goed en is geleidelijk opgeklommen tot afdelingschef. De laatste tijd zijn er echter een aantal jongere krachten gekomen met meer opleiding, waardoor de heer A zich bedreigd voelt. Daarnaast is er een grote reorganisatie van het kantoor aan de gang, waarbij zijn functie gesplitst zal worden en hij moet hiervoor veel extra werk verrichten. Hij loopt daardoor al maanden op zijn tenen. Nu krijgt hij geleidelijk aan een aantal klachten. Hij kan zich moeilijk op zijn werk concentreren. Hij heeft snel hoofdpijn, alsof er een band om zijn hoofd zit die steeds aangetrokken wordt. Hij gaat steeds slechter slapen: slaapt moeilijk in en is vroeg weer wakker. Hij voelt zich voortdurend erg moe. Hij wil nog zoveel, maar hij kan niet meer. Thuis is hij prikkelbaar en valt uit tegen de kinderen: zo kennen ze hem niet. Uiteindelijk gaat hij naar de huisarts, die het beeld herkent en hem vertelt, dat hij overspannen is, een burnout heeft. Hij mag voorlopig niet meer werken. Hierdoor zal de draaglast verminderen en de stress afnemen.

17:52:51 28 Januari 2014 Permanente link Reacties (1)

December 2013


Gezegende kerstdagen

                                   en

Voorspoedig 2014

Een prachtig gedicht, voor deze kerst geschreven, ontving ik van de kunstenares Ella Prinsen-van der Most, www.eleos.info 

MORGENSTER

Er daagt licht
na vele lange zwarte  
nachten.
Stralend licht
waarvoor het diepste 
duister zwicht
en dat ook
een glimp lief licht
laat opgaan
in veler harten.

Als een licht  
zélf te mogen schijnen
of je nu arm bent
of rijk,
gezond, mindervalide  
of ziek.
Géén énkel mensenkind  
kan worden gemist;  
hij is uniek! -

Mensen zo verschillend
en tegelijk
zo aan elkaar gelijk –
Om elkaars  
morgenster te mogen zijn
als die ene
blinkende Morgenster
lichtend
aan een donkere hemel –

zó élkáárs lief licht,
élkáárs zicht
op lief klein geluk.

Ella Prinsen- van der Most


19:03:16 25 December 2013 Permanente link Reacties (0)

Burnout. Wat kun je er aandoen? 2


Bij een concert worden vlak voor het begin de snaarinstrumenten gestemd. Het is dan vaak een kakofonie van snarenspel. De snaren worden op de juiste spanning gebracht. Een slappe snaar brengt geen geluid voort en wordt de snaar te veel gespannen bestaat het gevaar dat deze breekt. Is de snaar op de juiste spanning, dan kan de mooiste toon gespeeld worden. Zo is het ook in het leven: een beetje spanning, een beetje stress maakt het leven sprankelend. We kennen de spanning van examen doen, maar ook plezierige spanning. De spanning voor de vakantie, op reis gaan. Je ziet dit het duidelijkst bij kinderen. Hoe opgewonden kan een kind zijn wanneer het uitziet naar een verjaardag, naar een logeerpartij. Maar het is opvallend, dat wanneer een kind ziek is met hoge koorts, de spanning verdwijnt. Het kind maakt zich niet druk meer over de logeerpartij die nu niet door gaat. Het gaat in ons leven om de goede optimale spanning. Anders gezegd: er moet een juist evenwicht zijn. Een gezond evenwicht tussen draaglast en draagkracht. Lichamelijk is dit wel duidelijk. Ik ben in staat om een pak van 30 kg. op mijn schouders te dragen, maar met 50 kg. zak ik door mijn knieën. Lichamelijk heb ik een bepaalde draagkracht, het pak op mijn schouders is de draaglast. Zo hebben we ook een psychische draagkracht De draaglast bestaat uit ons functioneren in het leven: de stress van het leven. Daarom is het zo belangrijk, dat de verhouding tussen draagkracht en draaglast in een gezond evenwicht is. De draagkracht moet sterker zijn dan de draaglast. Wordt de last groter dan onze draagkracht, dan gaan wij psychisch door de knieën. Dan komt er een ‘overspanning’. Overspannen krijgt vaak een negatieve klank in de zin van zwak, labiel. We moeten immers flink zijn, je niet aanstellen. Wanneer je flink bent wordt je niet overspannen. Daarom klinkt ‘burnout’ beter. Er zit iets heldhaftigs in. In de strijd van het leven ben je opgebrand. Maar de negatieve beleving is, dat je gefaald hebt. Dat mij dit overkomt! Je bent teleurgesteld in jezelf. Je bent geneigd om de oorzaak van de overspanning toe te schrijven aan een recente gebeurtenis. Maar er is een voorgeschiedenis, een proces. Ik vergelijk het wel met een lange wandeling. Je gaat op stap en je hebt een lege rugzak op je rug. Om de paar stappen gooit iemand achter je er een kiezelsteentje in. In het begin zul je er niets van merken, maar naarmate de wandeling duurt ga je geleidelijk wel iets voelen. Het wordt zwaarder en zwaarder en dan bij een volgend kiezelsteentje gaat het niet meer en zak je door de knieën. Dit laatste kiezelsteentje is natuurlijk niet de oorzaak, maar zoals we vaak zeggen: de laatste druppel, die de emmer doet overlopen.
Wat zijn nu die kiezelsteentjes? En: kan iedereen dezelfde hoeveelheid kiezelsteentjes aan? 


20:40:59 01 Oktober 2013 Permanente link Reacties (0)

Burnout. Wat kun je er aan doen?


Dagelijks ontvang ik digitaal CIP-nieuws. (Christelijk Informatie Platform). Op 13 augustus stond er een artikel over de burnout, die evangelist David de Vos velde. Hij schreef er een boek over: Jezus en burnout. http://www.cip.nl/artikel/37034/Jezus-in-mij-heeft-geen-last-van-burn-out
Ik heb zelf meerdere predikanten en evangelisten onder behandeling gehad met burnout klachten. Dit leidt soms tot een diepe geloofscrisis: hoe kun je nu, wanneer je voor de Heer werkt, burnout raken? De term burnout vind je niet in de DSM (Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders). De term is in de 70-er jaren opgekomen in de Verenigde Staten en ook hier in zwang gekomen. Eerder spraken we van surmenage, managers syndroom, overspannenheid.
Burnout, wat kun je er aan doen? Dit in twee betekenissen: Kun je er wat aan doen, dat je het krijgt? In de zin van: ik kan er toch niets aan doen, het overkomt mij. En: kun je er zelf wat aan doen om ervan te genezen en voorkomen dat je het weer krijgt? David de Vos beschrijft in het genoemde artikel over de klachten, die hij kreeg. De genoemde paniekaanvallen en depressieve klachten komen veel voor. Bijna altijd: een gevoel van uitputting, vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, slaapproblemen.
Steekwoorden zijn: stress, omgaan met stress (coping), draagkracht, persoonlijkheid. In volgende blogs zal ik daar verder op ingaan.


17:15:18 20 Augustus 2013 Permanente link Reacties (0)

Outlet NL female 140915 - 030216 468x60


Weblog